Zijn rol en verantwoordelijkheden als manager identificeren
- De eigenschappen van een projectteam definiëren.
- Inzicht verkrijgen in de dynamiek van een projectteam.
- Zijn rol, taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheid kennen.
- Respect voor partners afstemmen op productievereisten.
Praktisch werk
Uitwisseling van ervaringen.
Zich positioneren als manager
- Het gezag vestigen in een onmiddellijk operationeel partnerschap.
- Afwijkingen vermijden: autocratie, permissiviteit.
- De hiërarchische verhouding en de contractuele verhouding beheren.
- Fungeren als interface tussen de verschillende spelers.
Praktisch werk
Zelfbepaling van zijn managementstijl.
Werken in de projectmodus
- De voorkeur geven aan woord-actie, woord-preek vermijden.
- Analyseren, evalueren, beslissen. Nee kunnen zeggen. Ja kunnen zeggen. Onderhandelen, argumenteren, overtuigen.
- Richtlijnen geven, bezwaren behandelen.
- Opwaartse, neerwaartse en transversale informatie doorgeven.
- Coördineren, zich richten op de taak.
- Onvoorziene situaties behandelen.
- Fouten identificeren, corrigeren, fouten niet herhalen.
- Omgaan met de stress van het team.
Praktisch werk
Een overzicht geven van zijn rol, taak, bevoegdheden, verantwoordelijkheden.
Productieve communicatie beheersen
- Zich bewust zijn van het kader van zijn communicatie, realistische en meetbare doelstellingen vastleggen.
- Zijn aanwezigheid kracht bijzetten door houding, blik en gebaren.
- Actief luisteren: herformuleren, vragen, feedback verzamelen.
- Positieve relaties opbouwen en onderhouden met de medewerker of de hiërarchie.
- Zijn gedachten structureren, zich synchroniseren, zich laten begrijpen.
- Verzamelen, verrijken van informatie, vermijden van valkuilen zoals interpretaties en waardeoordelen.
- Specifieke en aangepaste informatie verstrekken.
- Het verloop van het communicatieproces beheersen.
- Omgaan met geruchten, het achterhouden van informatie.
- Afsluiten, samenvatten, vooruitkijken.
Praktisch werk
Oefeningen voor actief luisteren. Situatieschets en debriefing gericht op de communicatieaspecten.
Verantwoordelijkheid kweken en delegeren
- Samen met elke medewerker zijn taak en rol binnen het team bepalen.
- Medewerkers kennen en evalueren: hun mate van zelfstandigheid bepalen.
- Een "managementkaart" van zijn team maken.
- Onderscheid maken tussen delegeren en laten uitvoeren.
- Bevoegdheid geven met behoud van verantwoordelijkheid.
- Omgaan met moeilijke medewerkers: ongemotiveerd, agressief, angstig, kletskous, ...
Praktisch werk
De vaardigheden van zijn teamleden in kaart brengen om ieders taak te bepalen.
Zijn projectteam leiden en verbondenheid kweken
- Doelstellingen bepalen voor het team die motiverende factoren zijn.
- De verspreide teams verenigen.
- Productieve confrontatie bevorderen, destructief conflict ontzenuwen.
- Belemmeringen vermijden, bezwaren beantwoorden en positief gebruiken.
- Anticiperen op destabiliserende factoren en oplossen. Kunnen opveren.
- Het team mobiliseren.
- De taak van het team en de rol daarvan binnen de onderneming uiteenzetten.
- Een teamproject presenteren. De rol van elk teamlid presenteren.
- Nieuwe medewerkers integreren, turn-over beheren.
Praktisch werk
Situatieschetsen: tijdens een vergadering een teamproject presenteren, een delegatiegesprek voeren, een conflict binnen het team oplossen.
De leden van zijn projectteam motiveren
- Identificeren en concretiseren van de factoren die de mens motiveren op het werk.
- Zijn eigen motivatiefactoren en die van anderen leren kennen.
- Demotivatie en niet-motivatie onderscheiden en behandelen.
- Tekenen van erkenning kunnen geven: kritiek kunnen leveren en kunnen feliciteren.
- Zijn visie en waarden delen.
- Middelen en zin geven aan het werk.
- De samenhang en betrokkenheid van het team behouden.
Praktisch werk
Oorzaken van motivatie en demotivatie opsporen. Reflectie over nieuw gedrag dat samenhang en motivatie genereert.
Het project controleren
- Acties voorzien en plannen.
- Tijdbeheer: onderscheid maken tussen dringend en belangrijk.
- Het nemen van initiatief bevorderen en omlijnen.
- De controlepunten aankondigen.
- Het nemen van risico's beoordelen, het recht op fouten erkennen.
- Mobiliseren om de correctieve acties te verzekeren.
Praktisch werk
Beheer van tijd en prioriteiten. Indicatoren bepalen om het scorebord op te stellen.