Zijn managementstijl kennen
- Zelfdiagnose van de vier managementstijlen: sturend, verklarend, delegerend, participatief.
- Uw rol, taken en doelstellingen kennen.
- Uw managementstijl aanpassen aan de situatie.
- In kaart brengen van het management.
- Management op basis van competenties.
Praktisch werk
Opstellen van een volledige vragenlijst. Geïllustreerde presentatie van de betreffende stijlen.
Op één lijn zitten met uw team: leiding geven
- Rekening houden met machtsverhoudingen.
- Zich duidelijk positioneren in de hiërarchie van de onderneming.
- Uw bevoegdheidsgebied bepalen.
- Functioneringsregels opstellen en laten naleven.
- De bestaande regelgeving overnemen.
- Mogelijke aanpassingen inschatten.
- Een erkenningssysteem ontwikkelen. Er een gewoonte van maken om uw tevredenheid uit te spreken.
- Kritiek geven met onderscheid tussen "zijn" en "doen".
Praktisch werk
Op basis van hun dagelijkse beroepsactiviteiten werken de deelnemers verschillende besluitvormingsprocessen uit.
Op één lijn zitten met uw team: motiveren
- Uw doelstellingen overtuigend overbrengen naar uw team.
- Een stimulerende sfeer creëren.
- Gebeurtenissen vieren: op de kalender, persoonlijke gebeurtenissen, binnen het bedrijf.
- Positief benaderen van verandering: systemen, informatiestroom.
- Banden ontwikkelen naargelang de betrokken personen. Managementstijl.
- Rekening houden met individuele behoeften: erkenning, status, veiligheid.
- Ontwikkelen van motivatie-instrumenten: bonussen, voordelen, promoties, projecten, arbeidsvoorwaarden enz.
Praktisch werk
De deelnemers werken aan een oplossing voor tijdelijke of chronische demotivaties die worden vastgesteld bij hun werknemers.
Op één lijn zitten met uw team: verantwoordelijkheid geven
- Durf delegeren: bevoegdheid geven en verantwoordelijkheid houden over de taak.
- Te delegeren taken kiezen op basis van de betrokken werknemers en de behoeften van de onderneming.
- Een delegatiebeleid uitwerken. Duidelijke instructies geven.
- Delegatiedoelstellingen definiëren. Geplande controles invoeren.
- Inmenging beperken, maar... een vooruitgangsplan ontwikkelen in overleg met het team.
Casestudy
De deelnemers werken delegaties uit om toe te passen in hun teams.
Op één lijn zitten met uw team: evalueren
- De fasen van het evaluatiegesprek beheersen.
- Doelen vastleggen.
- Een motiverend steppenplan opstellen.
- Individuele resultaten evalueren op basis van objectieve criteria.
- Het jaarlijkse evaluatiegesprek. De opleidingsbehoeften.
Praktisch werk
De deelnemers bereiden een evaluatiegesprek met een werknemer voor en voeren dit uit.
Communicatietechnieken: spreken voor een publiek
- De basisregels voor communicatie gebruiken.
- Er staan: gewicht geven aan uw woorden en uw publiek betrekken.
- Lichaamstaal beheersen: gebaren, houding.
- Uw ideeën in een plan organiseren.
- Argumenten vinden om te overtuigen in een vergadering.
Praktisch werk
Deelnemers oefenen in het spreken voor een publiek in gesimuleerde gesprekken en vergaderingen.
Communicatietechnieken: een gesprek voeren
- De situatie inschatten: actief luisteren en herformuleren.
- Leren vragen stellen over concrete kwesties. Open en gesloten vragen.
- Een win-winakkoord onderhandelen. Herhaling van de levenshoudingen.
- Zeggen wat er mis is zonder te demotiveren.
- Liever consensus dan compromis. Samen zoeken naar oplossingen.
- De basisregels van effectieve feedback toepassen.
Praktisch werk
De deelnemers voeren een rekruteringsgesprek, een gesprek om een probleem op te lossen.
Communicatietechnieken: een vergadering leiden
- De rollen van de gespreksleider definiëren: producent, facilitator, regelaar.
- Begrijpen hoe groepen werken. Waakzaamheid. Structurering. Verbondenheid.
- Afwijkingen herkadreren. Nieuwe ideeën aanvaarden maar ze in perspectief plaatsen.
- Een vergadering voorbereiden: plannen, het doel duidelijk maken, de agenda en de prioriteiten.
- De vergadering leiden en de tijd beheren.
Praktisch werk
De deelnemers voeren een onderhandelingsvergadering.
Omgaan met gevoelige situaties
- Een assertieve houding aannemen. Vluchtgedrag, agressiviteit en manipulatie vervangen door assertiviteit.
- Kunnen omgaan met delicate verzoeken. De achtergrond sober schetsen.
- Feitelijk zijn. De positieve en negatieve gevolgen uiteenzetten.
- Leren nee zeggen zonder spanning te veroorzaken.
- Uitleggen zonder zich te verantwoorden.
- Weten wanneer een alternatieve oplossing moet worden voorgesteld.
Praktisch werk
Rollenspel over het oplossen van een moeilijke situatie.