1
Herinneringen (versie 4.1 en 4.2)
- Universums in SAP BusinessObjects. Een universum kiezen.
- De query-editor.
- Klassen en objecten. Herinneringen aan de principes en hoe ze te gebruiken.
- Indicatoren, dimensies en informatie.
- De voorwaarden.
- Rapportbeheer.
Praktisch werk
Een snelle rondleiding door de belangrijkste functies om u te oriënteren.
2
Geavanceerde query's maken
- Geavanceerde mogelijkheden op het gebied van query's.
- Gebruik van complexe operatoren.
- Combinatie van verzoeken.
- Aanmaken van subqueries.
Praktisch werk
Combinaties van queries maken om verschillende gegevensbereiken op te halen. Gebruik van subqueries.
3
Query's synchroniseren
- Zoekopdrachten van verschillende universums samenvoegen.
- Synchronisatie van dimensies en indicatoren.
- Aanmaken van "informatie"-objecten om alle objecten te synchroniseren.
- Gebruik van de functie "forceer samenvoegen".
- Oplossing van synchronisatiefouten.
Praktisch werk
Aanmaken van queries gebaseerd op twee universums en synchronisatie. Synchronisatie tussen heterogene aggregatieniveaus.
4
Formules en rekencontexten
- Geavanceerde formule mogelijkheden.
- Variabelen maken en gebruiken.
- Gebruik van de functie "relatieve waarde".
- Wat is een "rekencontext"?
- De rekencontext operatoren "in", "voor alle", "voor elk".
- Contexten gebruiken om percentages te berekenen.
- Gebruik van filterfuncties.
Praktisch werk
Complexe berekeningsformules maken. De verschillende soorten functies gebruiken. De operatoren "in", "voor alle" en "voor elk" gebruiken.
5
Gegevens analyseren met SAP BusinessObjects Web Intelligence 4.2 en 4.1
- Gebruik van invoerregelaars en de filterbalk.
- Invloed van invoerregelaars en de filterbalk in het deelvenster Documentstructuur.
- Navigatie instellen door te linken.
- Datamining.
- De reikwijdte van de analyse en het belang van hiërarchieën bepalen.
- Down en Up Drill
- Rapporten voor het web.
Praktisch werk
Invoercontroles maken op basis van dimensies en indicatoren, een gegevensperimeter instellen en verkenning gebruiken.